Japanse tuinen zijn gekend voor hun zalige rustgevende capaciteiten. De ideale ruimte om even te mediteren en alle dagelijkse stress even te vergeten. Een échte Japanse tuin aanleggen is onmogelijk, maar met volgende tips raak je toch al een heel eind op weg.
De kenmerken van een Japanse tuin
Een Japanse tuin bestaat vooral uit bamboe, Japanse esdoorn, varens, Japanse notenboom, azalea, rododendron, kalmia, kornoelje, spirea, camellia en mossen. Daarnaast onderscheidt de tuin zich door zijn specifieke uitzicht, zoals de aanwezigheid van gebouwen, bruggetjes, lantaarns of huisjes. De aanwezigheid van water speelt eveneens een belangrijke rol: watervallen, ondergrondse waterreservoirs of wateropslagplaatsen bezorgen de Japanse tuin een unieke sound.
Japanse tuinen verspreiden zich vaak over grotere tuinoppervlakten. Je vindt ze dan ook terug in wijken, stadsparken, kastelen of zelfs Boeddhistische tempels. De grootste Japanse tuin van Europa bevindt zich in Hasselt. Maar ook in privétuinen komen ze voor.
Het aanleggen van een Japanse tuin
Voor je begint te dromen van de heerlijke rustgevende capaciteiten van een Japanse tuin: het is eigenlijk niet mogelijk om zelf een echte Japanse tuin aan te leggen. Dat is enkel voor een beperkt groepje professionals weggelegd.
Maar geen nood, met enkele concrete richtlijnen raak je toch al een eind op weg om je tuin een Japanse ‘look’ te geven.
Werk met onderbroken rechte lijnen en bochten
Japanse tuinen werken met veel evenwicht en symmetrie. Zorg dat de rechte lijnen in je tuin regelmatig onderbroken worden door een struik of een plant. Laat je wandelpaden voldoende bochten nemen. Plaats na elke bocht een struik, een boom, een specifieke Japanse beplanting of kies voor een open ruimte. Een Japanse lantaarn geeft het geheel een authentieke uitstraling.
Zorg voor de juiste beplanting en voldoende open ruimte
In tegenstelling tot Westerse tuinen staat een Japanse tuin niet vol met bloeiende bomen en struiken. Voorzie genoeg open ruimte, waarop het mos welig kan tieren. Zorg wel voor voldoende variatie in de opeenvolging en structuur van de open ruimten. Vormbomen zijn typerend voor Japanse tuinen. Hiervoor gebruikt men meestal dennen, taxus of ilex. Kies planten als de azalea of de Japanse esdoorn: die geeft in de herfst prachtige kleuren af. Groenblijvende planten zorgen dat je tuin in de winter geen kale aanblik geeft.
Creëer diepte
Probeer om diepte te creëren in je tuin. Plaats struiken zowel op de voorgrond als de achtergrond, en laat daartussen horizontale en verticale lijnen in elkaar overgaan. Zet de struiken niet op een rechte lijn, maar afwisselend over de breedte van het tuinoppervlak.
Leg stenen paden aan
Stenen en grind horen in elke Japanse tuin thuis. Vooral grote stenen worden vaak uitgekozen en tussen het grindveld gelegd.
Zorg voor voldoende water
Water mag nooit ontbreken in een Japanse tuin. Een vijver, een watervalletje of een stromend beekje hebben altijd hun plaats. Let bij de locatie wel op het evenwicht en de symmetrie. Zorg ook voor bochten in het beekje, zodat het niet in de volle lengte zichtbaar is.