De gemiddelde Belg woont ruim, maar meer dan de helft ondervindt problemen met alles mooi in huis op te bergen. Blijkbaar kunnen we moeilijk afstand doen van sommige spullen. Niettemin is een grote schoonmaak soms meer dan nodig. Dit alles blijkt uit de resultaten van een onderzoek van Batibouw bij meer dan 3.000 Belgen.
Meer dan 8 op 10 respondenten beweert een grote woning te hebben. Maar ondanks dat overschot aan ruimte hebben velen een tekort aan opbergmogelijkheden. Belgen die kleiner wonen (bewoonbare oppervlakte van 13%) hebben het nog moeilijker om al hun eigendommen op te bergen. Amper 3 op 10 heeft voldoende opbergruimte.
Het probleem? Belgen zijn verzamelaars
De reden hiervoor? Heel eenvoudig: 39% van de Belgen kan onder de noemer ‘verzamelaar’ worden ondergebracht, namelijk iemand die maar moeilijk iets kan weggooien en waar de rommel zich ophoopt. Negen procent geeft rommel geen kans en 52% heeft een mooi evenwicht gevonden tussen bewaren en weggooien: wat nog nuttig kan zijn, blijft, maar de rest vliegt meteen de deur uit.
Franstaligen zijn trouwens grotere verzamelaars dan Nederlandstaligen: 55% van de Walen beschouwt zichzelf als verzamelaar, tegenover 25% van de Nederlandstalige bevraagden.
Een georganiseerde chaos. Zo kan je de opbergruimte van de Belgen het best omschrijven. 40% gaat zeer georganiseerd te werk wanneer hij zijn zaken ergens opbergt. En 9% is net heel erg chaotisch en verliest veel tijd bij het terugvinden van zijn spullen.
De oplossing? Multifunctionele meubels!
Veertig procent van de respondenten die een kelder hebben, gebruiken deze enkel en alleen als opbergruimte. De kelder doet bij 48% dienst als koelruimte voor etenswaren, en bij 38% als bewaarplaats voor wijnen. Maar de zolder blijft wel de meest populaire opbergkamer: driekwart van de Belgen gebruikt de zolder enkel en alleen als bergplaats. Maar de ruimte doet ook dienst als extra slaapkamer of hobbyruimte.
Hoe vallen deze opbergproblemen op te lossen? Simpel: met multifunctionele meubelen. Niettemin zegt 58% van de respondenten dat zij niet over multifunctionele meubelen beschikken. Zijn wel vrij goed ingeburgerd: uittrekbare eettafels (27%), een bed met opbergschuiven (13%) of een zetel die in een bed kan omgevormd worden.
Opvallend: volgens de enquête zijn man en kinderen de grootste rommelmakers in huis.
Over de enquête: deze werd ingevuld door 57% mannen en 43% vrouwen. Op de vraag ‘Wie is de opruimer bij u thuis?’, verwijst de vrouw naar zichzelf (79%), amper 4% naar de man, 2% naar de kuisvrouw, 1% naar de kinderen. En 14% werkt volgens een beurtrolsysteem. De man heeft toch ook lof voor zichzelf: 37% verwijst naar de vrouw, 34% naar de man, 2% naar de onderhoudshulp, 1% naar de kinderen. En 27% beweert volgens een beurtrolsysteem te werken.