Het woonkrediet inbrengen in de belastingen?

Het woonkrediet inbrengen in de belastingen?
In een voorgaand artikel belichtten we de drie verschillende soorten fiscale voordelen in België. In dit vervolgartikel gaan we dieper in op de fiscale aftrek van het woonkrediet. Om jouw woonkrediet in te brengen in de belastingen, moeten strikte voorwaarden voldaan zijn. Een overzicht.

Fiscale aftrek van het woonkrediet

Welke kosten kan je inbrengen?

Sinds 2005 bestaat een fiscale korf die de woonbonus wordt genoemd. In deze korf zitten volgende bedragen die je fiscaal kan aftrekken:
  • De kapitaalaflossingen voor de afbetaling van het krediet
  • De betaalde intresten op het krediet
  • De premies voor levensverzekering die de terugbetaling van het krediet waarborgen

Voorwaarden voor de fiscale aftrek van jouw woonkrediet

  • het krediet moet gewaarborgd zijn door een hypothecaire inschrijving
  • het krediet moet aangegaan zijn om een enige en eigen woning in België te financieren
  • het krediet moet een looptijd hebben van minimum tien jaar
  • het krediet moet afgesloten zijn bij een financiële instelling met zetel in de Europese Economische Ruimte

Mama- en papalening

Heel wat jongeren gaan vandaag de dag een mama- en papalening aan, dat wil zeggen dat ouders en familieleden hun kinderen een financieel duwtje in de rug geven bij de renovatie van hun woning. Ook deze mama- en papalening of Vlaamse renovatieovereenkomst is fiscaal interessant. Diegenen die geld lenen kunnen acht jaar lang 2,5% (650 euro) van hun inkomsten aftrekken. Ook de bouwheer zelf krijgt een fiscaal voordeel tot 4.500 euro voor het opknappen van een krotwoning.

Voorwaarden voor de kredietnemer:

  • De kredietnemer moet een natuurlijke persoon zijn;
  • Het is niet vereist dat de kredietnemer in het Vlaamse Gewest woont;
  • De kredietnemer mag geen kredietgever of –nemer zijn bij een andere renovatieovereenkomst (gedurende de looptijd van de renovatieovereenkomst);
  • Eén van de kredietnemers moet na de renovatie zijn hoofdverblijfplaats vestigen in de woning en dat voor minstens 8 opeenvolgende jaren. Die bewoningsplicht geldt niet meer na een overlijden of een plotse ramp.

Voorwaarden voor de kredietgever:

  • De kredietgever moet een natuurlijke persoon zijn, onderworpen aan de personenbelasting;
  • Het is niet vereist dat de kredietgever in het Vlaamse Gewest woont;
  • De kredietgever mag geen kredietnemer zijn bij een andere renovatieovereenkomst;
  • De kredietgever mag geen zakelijk recht hebben op de te renoveren woonst tijdens de duurtijd van de overeenkomst, noch in de periode van 5 jaar voor het afsluiten van de renovatielening;
  • Bij een overlijden gaat de belastingvermindering naar de erfgenamen die de overeenkomst in haar geheel overneemt.

Voorwaarden voor het te renoveren pand

  • Moet gelegen zijn in het Vlaamse Gewest;
  • Op het ogenblik dat de renovatielening wordt afgesloten moet het pand gedurende maximum 4 opeenvolgende jaren in één van de volgende registers zijn opgenomen: het leegstandregister, de inventaris van leegstaande of verwaarloosde gebouwen of bedrijfsruimten, lijsten van ongeschikte, onbewoonbare of verwaarloosde gebouwen of woningen

De renovatieovereenkomst

  • Mag een maximum looptijd van 30 jaar hebben;
  • Moet worden opgesteld aan de hand van een modelformulier;
  • Mag een maximum rentevoet bepalen gelijk aan de rentevoet in het kader van leningen aan particulieren door de Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen die geldt 6 maanden vóór sluiten van de renovatieovereenkomst (kan om de 5 jaar worden herzien).

Meer artikels over Financieel en juridisch