Iedereen is zich er tegenwoordig van bewust dat dakisolatie een van de belangrijkste middelen is om energie te besparen. Een dak isoleren is een klus die je zelf kan doen, op voorwaarde dat je de juiste instructies volgt. Ontdek hier ons stappenplan en snoei drastisch in je verwarmingskosten!
Latten plaatsen
Een dak isoleren begint bij het plaatsen van een lattenstructuur. De isolatie (glas- of steenwol) wordt tussen de draagbalken aangebracht en blijft vanzelf vastzitten. Voor de dikte van de isolatielaag moet je rekenen op minstens 10 cm. Tegenwoordig wordt bij een nieuwbouw zelfs voor 14 cm gekozen. Als de draagbalken niet dik genoeg zijn, kan je extra latten op de balken vastschroeven. Let erop dat je tussen de draagbalken de standaard breedte voorziet zodat het isolatiemateriaal er tussen past.
Dak isoleren: isolatiemateriaal aanbrengen
Als je draagbalken volgens de standaard afmetingen zijn geplaatst, past het isolatiemateriaal er perfect tussen. Als dat niet het geval is, moet je het materiaal op maat snijden met een gekarteld mes en een houten lat. Zorgen ervoor dat de stroken isolatiemateriaal goed tegen het onderdak worden geplaatst. Daarna kan je de naden het beste afplakken met tape (aluminiumtape of dampdichte plastic tape).
Gipsplaten plaatsen
Nadat je de isolatie hebt aangebracht, is het tijd om gipsplaten te plaatsen. Daarvoor bevestig je eerst dunne latten op de draagbalken. Indien nodig, kan je met een klopboor openingen maken voor contactdozen en sanitaire voorzieningen. De gipsplaten zaag je op maat met een decoupeerzaag. Je gebruikt het beste een elektrisch schroefmachine en gipskartonschroeven om ze op de latten vast te maken. De schroefkop moet in de gipsplaat doordringen. Een dak isoleren eindigt met het dichtmaken van de naden. Voor de naden tussen de gipskartonplaten en de schroeven gebruik je een speciaal voegsel.