9 tips om superstrak te behangen

9 tips om superstrak te behangen
Met een mooi behang kan je veel sfeer toevoegen aan een kamer. Wel is het belangrijk dat je het behang netjes aanbrengt, zeker als je een motief gebruikt. Behangen is in principe vrij eenvoudig, maar het vraagt wel wat oefening. Als je deze 9 tips volgt, zit dat behang er in no time strak op!

1.Verwijder oud behang

Verwijder altijd eerst oude behanglagen. Doe je dat niet, dan komt je nieuwe laag er niet helemaal recht en strak op. Probeer ze netjes af te krabben, lukt dat niet, dan kun je ook een apparaat gebruiken om het oude behang eraf te stomen. Neem hier de tijd voor.

2. Maak de onderlaag schoon

Je onderste laag moet altijd helemaal schoon zijn. Plakresten van stickers of oud behang, nicotineaanslag of strepen van potlood en viltstift kunnen een negatieve uitwerking hebben op het behang. Maak alles dus grondig schoon.

3. Bewerk nieuwe of droge muren voor

Droge muren of nieuwe muren moet je eerst voorlijmen met verdund behangplaksel. Laat het drogen en ga daarna pas écht aan de gang met behang.

4. Snijd niet voor

Als je effen behang gebruikt, dan kun je banen voorsnijden. Gebruik je behang met een patroon, zoals Pip behang of Eijffinger behang, plak dan eerst een baan op en kijk vervolgens hoe je de volgende het beste af kunt snijden.

5. Controleer op kleurverschillen

Koop altijd rollen met dezelfde kleurcode. Voor je gaat plakken, rol je ze allemaal ongeveer anderhalve meter af en leg je ze over elkaar. Is er een rol bij die te veel afwijkt van de rest? Ruil deze dan voor een andere.

6. Houd de verwarming uit

Als behang (en plaksel) te snel opdroogt, kan dit er lelijk uit gaan zien. Houd dus de verwarming uit. Houd bij voorkeur ook ramen en deuren dicht, zodat de temperatuur min of meer constant blijft.

7. Kijk uit bij ramen en deuren

Naast ramen en deuren moet je meestal een minder breed stukje plakken. Knip dat niet op maat af, maar juist wat groter. Je kunt het vervolgens met een scherp mes en een liniaal precies langs het kozijn afsnijden. Duw de naden nog even goed aan.

8. Wacht altijd even met rollen

Het behang krijg je strak door het na te rollen. Doe dit pas als de lijm al een beetje is ingedroogd. Dat voorkomt dat er lijm uit de naden puilt en deze wat glimmend worden.

9. Werk bubbeltjes weg

Natuurlijk kan het voorkomen dat je alsnog een bubbeltje in het behang hebt. Je hoeft dan niet direct de hele strook te verwijderen. Neem een injectiespuit met een dunne naald en doe daar wat verdund behangplaksel in. Spuit voorzichtig wat in de bubbel en rol de bubbel plat.