Elektrische installaties in natte ruimtes

Elektrische installaties in natte ruimtes
Vandaag de dag heeft de Belg elektriciteit nodig in elke ruimte van het huis. Voor de installatie van elektriciteit moeten sommige veiligheidsvoorschriften in acht genomen worden, vooral in natte ruimtes als de badkamer of het washok. Want elektriciteit en vochtigheid gaan niet samen!

Elektriciteit in de badkamer

De vochtigste ruimte van het huis is de badkamer. Hier moet een apart elektriciteitscircuit voorzien worden dat beveiligd wordt door zekeringen en een differentieelschakelaar. Veiligheidsnormen voor elektrische installaties in de badkamer verdelen deze ruimte in verschillende zones. Deze verdeling in zones is verplicht om elektrische schokken te vermijden. De strengste veiligheidszone is de plek waar het ligbad en de douche staan. De ruimte tot op 60 cm van het bad en de douche tot 2,25m erboven moet worden vrijgehouden van elke elektrische belasting. Dat betekent dat hier geen verlichtingstoestellen op 12 V mogen geplaatst worden en alle elektrische toestellen moeten beschermd worden tegen waterstralen. Buiten deze zone mogen stopcontacten, lichtschakelaars en elektrische toestellen geplaatst worden, maar deze moeten eveneens beschermd worden tegen waterstralen. Er moeten verplicht aardingslussen komen op alle metalen elementen zoals het ligbad, het kraanwerk, radiatoren, de boiler, enz. Deze toestellen moeten voorzien zijn van een aarding, zodat het metaal zeker niet elektrisch geladen is. Als een wasmachine of een droogkast in de badkamer geplaatst worden, moeten ze verbonden zijn met een differentieelschakelaar.

Veiligheidsvoorschriften voor andere vochtige ruimtes

In vochtige ruimtes zoals de kelder, de garage of het washok, zijn enkel schakelaars en waterdichte stopcontacten toegelaten die beantwoorden aan de IP 55 norm. IP 55 betekent dat de elementen moeten beschermd zijn tegen stof en waterstralen.

Elektriciteitsnormen voor buiten

Stopcontacten die buiten geplaatst worden, moeten uitgerust zijn met een deksel. De stroomtoevoer moet afkomstig zijn van een onafhankelijk stroomcircuit en deze schakelaars moeten beschermd worden door een differentieelschakelaar. De tuinverlichting moet ook op een onafhankelijk circuit worden aangesloten en de vaste stroomkabels moeten begraven worden op minimum 50 cm diepte en verbonden zijn met een differentieelschakelaar. Als het niet mogelijk is om de kabels op deze diepte te begraven, moet een beschermhulsel voorzien worden. Bron : Bouwen & Verbouwen