Als je gaat klussen in je woning, moet je vaak elektrische defecten oplossen. Je wil bijvoorbeeld een staande lamp zetten, maar er ontbreekt een stopcontact. Je zou een oude gloeilamp graag vervangen door een spot of een ledlamp. Je wil een nieuwe zolderkamer inrichten, maar er ontbreekt een lichtpunt. Deze taken kan je eenvoudig zelf uitvoeren! Homeproved heeft de
elektrische symbolen reeds voor jou opgelijst. Nu zetten we
tien basisbegrippen op een rijtje...
10 basisbegrippen rond elektriciteit in huis
1. Stroomsterkte
De stroomsterkte is de hoeveelheid elektriciteit die door een geleider kan worden gestuurd. De eenheid van de stroomsterkte is de ampère (A) of milli-ampère (mA).
2. Spanning
Hoe meer druk, hoe meer elektriciteit getransporteerd kan worden op dezelfde tijdsperiode. Dit is de spanning en wordt uitgedrukt in volt (V).
3. Weerstand
Materialen met een lage weerstand zijn het meest geschikt om elektriciteit te transporteren. De weerstand van de geleider is afhankelijk van de lengte, dikte en de aard van het materiaal en wordt uitgedrukt in ohm.
4. Vermogen
Niet elk elektrisch toestel is even krachtig. Zo geven sommige lampen meer licht dan andere of zijn niet alle motoren even sterk. Daarom wordt op elk toestel het vermogen weergegeven, uitgedrukt in watt (W).
5. Verbruik
Vermenigvuldig het vermogen (in watt of kilowatt) met de tijd van inschakeling en je kent het verbruik van een toestel. Het verbruik wordt uitgedrukt in kilowattuur (kWh) en geregistreerd door de elektriciteitsmeter. Concreet is het verbruik van 1 kilowatt gelijk aan 1000 watt op een periode van 1 uur.
6. Funderingslus
Het is verplicht om een funderingslus of een koperen geleider met een dikte van minimum 35 vierkante millimeter in de funderingen van de buitenmuren te plaatsen. Deze fungeert als aarding die de foutstroom afleidt als iemand een defect elektrisch toestel aanraakt. Bij een verbouwing volstaat het om gegalvaniseerde aardstaven in de grond te plaatsen.
7. Equipotentiale verbindingen
Een equipotentiale verbinding voorkomt dat er stroom komt op geleidende delen buiten de elektrische installatie.
8. Zekeringenkast
De voedingskabel van het elektriciteitsnet komt jouw woning binnen en op deze plaats komt de zekeringenkast. Met de hoofdschakelaar kan je de hele elektrische installatie spanningsloos maken.
9. Verdeelkast
Vanuit deze kast vertrekken alle stroomkringen in de woning. Hier op worden verschillende beveiligingen aangebracht.
10. Groepen
Het elektriciteitsnet van de woning wordt in groepen verdeeld, zodat niet het volledige huis zonder stroom valt bij storingen.
Wil je wel wat meer weten over elektriciteit in huis, maar heb je twee linker handen? Geen paniek! Ga gewoon een
workshop ‘elektriciteit in huis’ volgen in Beernem of Brugge.